https://www.bnnvara.nl/joop/artikele...israel-betreft
Nederland staat altijd vooraan om mensenrechtenschendingen te veroordelen, maar zwijgt nu het Israël betreft
Donderdag 23 november debatteert de Tweede Kamer over de oorlog in Gaza, ruim drie weken nadat de SP erom had gevraagd. Inmiddels zijn er ruim elfduizend doden gevallen, waaronder duizenden kinderen. Toch weigert de Nederlandse regering nog altijd om tot een staakt-het-vuren op te roepen. Door de wapenleveringen maakt ons land zich bovendien medeplichtig aan het buitensporige geweld in Gaza.
De opstelling van de Nederlandse regering is ronduit verbijsterend. We zijn als Nederland altijd de eerste om mensenrechtenschendingen te veroordelen, waar ook ter wereld. Dat is terecht, want we zijn grondwettelijk verplicht om het internationaal recht te verdedigen. Bovendien huist in ons land het Internationaal Gerechtshof. Maar nu het Israël betreft, zwijgt de regering in alle talen. Vanwaar deze dubbele standaard?
De hypocriete opstelling van de regering verbaast des te meer wanneer je kijkt naar de internationale gemeenschap. VN-baas Guterres roept al wekenlang op tot een staakt-het-vuren, net als bijvoorbeeld België, Frankrijk, Noorwegen, Spanje en zelfs Zwitserland. Maar als er een VN-resolutie voorligt met die strekking, kijkt Nederland weg – een ongelooflijke gemiste kans.
Dat Israël het humanitair oorlogsrecht schendt, bleek vorige week onder andere uit de hoorzitting die de Tweede Kamer hield met deskundigen. Het gebruik van ‘honger als wapen’ (zoals gebeurt met de blokkade van Gaza) is evident in strijd met het internationaal recht. Hoogleraar internationaal publiekrecht Nollkaemper stelde onomwonden dat het militaire geweld van Israël ‘niet proportioneel’ is en pleitte voor een staakt-het-vuren.
Het aanpakken van Hamas valt op zich binnen het recht op zelfverdediging, maar proportionaliteit is dan wel een harde voorwaarde. Zoals de Belgische premier De Croo in NRC stelt: “Een volledig vluchtelingenkamp platbombarderen met de bedoeling om één leider van Hamas uit te schakelen, is volstrekt disproportioneel en onaanvaardbaar”.
Op 13 november onthulde NRC een memo van de Nederlandse ambassade in Tel Aviv. Israël gebruikt “onevenredig geweld” en voert doelbewust aanvallen uit op de “civiele infrastructuur” zoals bruggen, wegen en wooncomplexen. NRC schrijft ondubbelzinnig: “Uit het memo blijkt dat Nederland weet dat Israël bewust kiest voor een nietsontziende militaire aanpak die leidt tot grote aanvallen burgerslachtoffers.” En toch bleef onze regering muisstil.
En het wordt nog erger, want recente onthullingen maken de Nederlandse regering feitelijk medeplichtig aan het oorlogsgeweld in Gaza. Ondanks waarschuwingen uit de eigen geledingen, kiest de regering ervoor om onderdelen voor de F35-straaljager aan Israël te blijven leveren, de jachtvliegtuigen waarmee Israël Gaza bombardeert. Nederland had de keuze om de levering te blokkeren – dat zou ook in lijn zijn met de criteria voor wapenexport – maar koos daar niet voor. “Het blokkeren van de levering zou volgens ingewijden grote schade kunnen toebrengen aan de relatie met zowel Israël als de Verenigde Staten.”
Deze opstelling is ronduit beschamend en moet stoppen. De SP doet de volgende voorstellen in het debat aanstaande donderdag:
1 De regering moet oproepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, zodat humanitaire hulpverlening ongehinderd doorgang kan vinden. De blokkade van voedsel, water en energie wordt opgeheven.
2 Nederland stopt met wapenleveringen, zodat ons land niet langer medeplichtig is aan het oorlogsgeweld in Gaza.
3 Erkenning van Palestina als staat, zodat beide partijen gelijkwaardig kunnen spreken over oplossingen voor de vele kwesties die spelen, waaronder de voortdurende bezetting van de Westbank.
De regering moet niet langer zwijgen, maar zich uitspreken. En daar komt nog iets bij. Want zolang Israël doorgaat met het disproportionele geweld en verbale veroordelingen onvoldoende effect sorteren, moeten we ook maatregelen durven nemen. Dat betekent geen handel meer met bedrijven die actief zijn in de nederzettingen, opschorting van het associatieverdrag en het van tafel halen van het militaire samenwerkingsverdrag tussen Nederland en Israël. Daarmee sluiten we ons aan bij de wijze woorden van internationaal strafrechtdocent Marieke de Hoon: “Het recht vertelt ons wat wel en niet mag in een oorlog. Maar het recht heeft politieke wil en actie nodig om partijen ertoe te bewegen zich daaraan te houden.”
Nederland staat altijd vooraan om mensenrechtenschendingen te veroordelen, maar zwijgt nu het Israël betreft
Donderdag 23 november debatteert de Tweede Kamer over de oorlog in Gaza, ruim drie weken nadat de SP erom had gevraagd. Inmiddels zijn er ruim elfduizend doden gevallen, waaronder duizenden kinderen. Toch weigert de Nederlandse regering nog altijd om tot een staakt-het-vuren op te roepen. Door de wapenleveringen maakt ons land zich bovendien medeplichtig aan het buitensporige geweld in Gaza.
De opstelling van de Nederlandse regering is ronduit verbijsterend. We zijn als Nederland altijd de eerste om mensenrechtenschendingen te veroordelen, waar ook ter wereld. Dat is terecht, want we zijn grondwettelijk verplicht om het internationaal recht te verdedigen. Bovendien huist in ons land het Internationaal Gerechtshof. Maar nu het Israël betreft, zwijgt de regering in alle talen. Vanwaar deze dubbele standaard?
De hypocriete opstelling van de regering verbaast des te meer wanneer je kijkt naar de internationale gemeenschap. VN-baas Guterres roept al wekenlang op tot een staakt-het-vuren, net als bijvoorbeeld België, Frankrijk, Noorwegen, Spanje en zelfs Zwitserland. Maar als er een VN-resolutie voorligt met die strekking, kijkt Nederland weg – een ongelooflijke gemiste kans.
Dat Israël het humanitair oorlogsrecht schendt, bleek vorige week onder andere uit de hoorzitting die de Tweede Kamer hield met deskundigen. Het gebruik van ‘honger als wapen’ (zoals gebeurt met de blokkade van Gaza) is evident in strijd met het internationaal recht. Hoogleraar internationaal publiekrecht Nollkaemper stelde onomwonden dat het militaire geweld van Israël ‘niet proportioneel’ is en pleitte voor een staakt-het-vuren.
Het aanpakken van Hamas valt op zich binnen het recht op zelfverdediging, maar proportionaliteit is dan wel een harde voorwaarde. Zoals de Belgische premier De Croo in NRC stelt: “Een volledig vluchtelingenkamp platbombarderen met de bedoeling om één leider van Hamas uit te schakelen, is volstrekt disproportioneel en onaanvaardbaar”.
Op 13 november onthulde NRC een memo van de Nederlandse ambassade in Tel Aviv. Israël gebruikt “onevenredig geweld” en voert doelbewust aanvallen uit op de “civiele infrastructuur” zoals bruggen, wegen en wooncomplexen. NRC schrijft ondubbelzinnig: “Uit het memo blijkt dat Nederland weet dat Israël bewust kiest voor een nietsontziende militaire aanpak die leidt tot grote aanvallen burgerslachtoffers.” En toch bleef onze regering muisstil.
En het wordt nog erger, want recente onthullingen maken de Nederlandse regering feitelijk medeplichtig aan het oorlogsgeweld in Gaza. Ondanks waarschuwingen uit de eigen geledingen, kiest de regering ervoor om onderdelen voor de F35-straaljager aan Israël te blijven leveren, de jachtvliegtuigen waarmee Israël Gaza bombardeert. Nederland had de keuze om de levering te blokkeren – dat zou ook in lijn zijn met de criteria voor wapenexport – maar koos daar niet voor. “Het blokkeren van de levering zou volgens ingewijden grote schade kunnen toebrengen aan de relatie met zowel Israël als de Verenigde Staten.”
Deze opstelling is ronduit beschamend en moet stoppen. De SP doet de volgende voorstellen in het debat aanstaande donderdag:
1 De regering moet oproepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, zodat humanitaire hulpverlening ongehinderd doorgang kan vinden. De blokkade van voedsel, water en energie wordt opgeheven.
2 Nederland stopt met wapenleveringen, zodat ons land niet langer medeplichtig is aan het oorlogsgeweld in Gaza.
3 Erkenning van Palestina als staat, zodat beide partijen gelijkwaardig kunnen spreken over oplossingen voor de vele kwesties die spelen, waaronder de voortdurende bezetting van de Westbank.
De regering moet niet langer zwijgen, maar zich uitspreken. En daar komt nog iets bij. Want zolang Israël doorgaat met het disproportionele geweld en verbale veroordelingen onvoldoende effect sorteren, moeten we ook maatregelen durven nemen. Dat betekent geen handel meer met bedrijven die actief zijn in de nederzettingen, opschorting van het associatieverdrag en het van tafel halen van het militaire samenwerkingsverdrag tussen Nederland en Israël. Daarmee sluiten we ons aan bij de wijze woorden van internationaal strafrechtdocent Marieke de Hoon: “Het recht vertelt ons wat wel en niet mag in een oorlog. Maar het recht heeft politieke wil en actie nodig om partijen ertoe te bewegen zich daaraan te houden.”
Comment