https://www.telegraaf.nl/watuzegt/20...gte-vol-dedain
Schrikbarend uit de hoogte, vol dedain
Ze doet het zelf. Dat is nu definitief bewezen. Ze doet het zelf, ze vraagt er daarmee om en het gaat nooit meer over. Let maar op: Sigrid Kaag, zij die zichzelf hoog boven ons verheven acht, zal haar minachting jegens mensen die in haar ogen van een lagere kaste zijn, ook in de toekomst niet kunnen bedwingen.
Sinds een maand of negen noem ik haar geen Kaagmens meer. Het werd flauw. Anderen hadden het overgenomen – en volharden er tot op de dag van vandaag in. Voor mij was het genoeg zo, al kon ik één keer, eind mei vorig jaar, na de zoveelste faux-pas van Rutte IV, de verleiding niet weerstaan om een badinerend stukje te schrijven over het vermaarde fusionrestaurant Mark & Sigrid aan het Haagse Binnenhof, waar op de menukaart niet alleen het hoofdgerecht Steak de la Mémoire Défectueuse van de chef-kok zelve stond, maar tevens het dessert Mousse d’Arrogance et Dédain de l’Homme de Kaag.
Ach, geintje.
Maar tjongejonge, wat vraagt onze minister van Financiën af en toe om herinvoering van de term. Zij slaagt er maar niet in om zich te realiseren dat er in de politiek – en zeker nu zij het boegbeeld van een politieke partij is geworden – een andere approach van haar wordt verwacht. Dat zij niet langer de internationale diplomate is voor wie iedereen zelfs ook in de hogere kringen diep boog. Dat zij in Den Haag niet van upstairs is en het plebs van downstairs. Dat haar thans meer bescheidenheid past. Dat zij nu als een gekozen volksvertegenwoordigster door het leven gaat en daarmee heeft te accepteren dat zij soms in debat zal moeten met collega’s die zij inferieur acht, van verwerpelijke statuur.
Nu ook weer. Haar dialoog met PVV-Kamerlid Tony van Dijck, die aandacht vroeg voor het feit dat het aantal Nederlandse bankfilialen in twintig jaar tijd van 6000 is teruggebracht naar 400 – die zeer Nederlandse ontwikkeling had veel meer politici natuurlijk al veel eerder moeten verontrusten, omdat de mensen die zij vertegenwoordigen daar toenemende last van ondervinden – was tenenkrommend. Van Dijck gedroeg zich keurig. Hij zei inderdaad ’deze minister heeft zitten slapen’, maar bleef daarmee binnen de grenzen van het politieke debat omdat ministers ook verantwoordelijk zijn voor het beleid van hun voorgangers. Kaag reageerde daarentegen met nauwelijks verholen ergernis en arrogantie.
Denk die stem en toonhoogte erbij: „De laatste twintig jaar heb ik chemische wapens opgeruimd in Syrië en oorlog voorkomen tussen Libanon en Israël. Ik heb ook een paar andere zaken gehad. Ik was niet in slaap gevallen, meneer Van Dijck, ik was geen minister van Financiën.”
Enzovoorts.
Daar was dus onze vicepremier aan het woord, andermaal niet beseffend wat de regels van het politieke spel zijn en desondanks schrikbarend uit de hoogte, vol dedain, vergeven van haat en ijzingwekkend defensief.
Geen wonder dat die partij van haar in democratisch opzicht zo ontspoort. Goed voorbeeld doet goed volgen, zegt het spreekwoord. Het tegenovergestelde is eveneens het geval.
Schrikbarend uit de hoogte, vol dedain
Ze doet het zelf. Dat is nu definitief bewezen. Ze doet het zelf, ze vraagt er daarmee om en het gaat nooit meer over. Let maar op: Sigrid Kaag, zij die zichzelf hoog boven ons verheven acht, zal haar minachting jegens mensen die in haar ogen van een lagere kaste zijn, ook in de toekomst niet kunnen bedwingen.
Sinds een maand of negen noem ik haar geen Kaagmens meer. Het werd flauw. Anderen hadden het overgenomen – en volharden er tot op de dag van vandaag in. Voor mij was het genoeg zo, al kon ik één keer, eind mei vorig jaar, na de zoveelste faux-pas van Rutte IV, de verleiding niet weerstaan om een badinerend stukje te schrijven over het vermaarde fusionrestaurant Mark & Sigrid aan het Haagse Binnenhof, waar op de menukaart niet alleen het hoofdgerecht Steak de la Mémoire Défectueuse van de chef-kok zelve stond, maar tevens het dessert Mousse d’Arrogance et Dédain de l’Homme de Kaag.
Ach, geintje.
Maar tjongejonge, wat vraagt onze minister van Financiën af en toe om herinvoering van de term. Zij slaagt er maar niet in om zich te realiseren dat er in de politiek – en zeker nu zij het boegbeeld van een politieke partij is geworden – een andere approach van haar wordt verwacht. Dat zij niet langer de internationale diplomate is voor wie iedereen zelfs ook in de hogere kringen diep boog. Dat zij in Den Haag niet van upstairs is en het plebs van downstairs. Dat haar thans meer bescheidenheid past. Dat zij nu als een gekozen volksvertegenwoordigster door het leven gaat en daarmee heeft te accepteren dat zij soms in debat zal moeten met collega’s die zij inferieur acht, van verwerpelijke statuur.
Nu ook weer. Haar dialoog met PVV-Kamerlid Tony van Dijck, die aandacht vroeg voor het feit dat het aantal Nederlandse bankfilialen in twintig jaar tijd van 6000 is teruggebracht naar 400 – die zeer Nederlandse ontwikkeling had veel meer politici natuurlijk al veel eerder moeten verontrusten, omdat de mensen die zij vertegenwoordigen daar toenemende last van ondervinden – was tenenkrommend. Van Dijck gedroeg zich keurig. Hij zei inderdaad ’deze minister heeft zitten slapen’, maar bleef daarmee binnen de grenzen van het politieke debat omdat ministers ook verantwoordelijk zijn voor het beleid van hun voorgangers. Kaag reageerde daarentegen met nauwelijks verholen ergernis en arrogantie.
Denk die stem en toonhoogte erbij: „De laatste twintig jaar heb ik chemische wapens opgeruimd in Syrië en oorlog voorkomen tussen Libanon en Israël. Ik heb ook een paar andere zaken gehad. Ik was niet in slaap gevallen, meneer Van Dijck, ik was geen minister van Financiën.”
Enzovoorts.
Daar was dus onze vicepremier aan het woord, andermaal niet beseffend wat de regels van het politieke spel zijn en desondanks schrikbarend uit de hoogte, vol dedain, vergeven van haat en ijzingwekkend defensief.
Geen wonder dat die partij van haar in democratisch opzicht zo ontspoort. Goed voorbeeld doet goed volgen, zegt het spreekwoord. Het tegenovergestelde is eveneens het geval.
Comment